Kun jij zowel opladen in je eentje als met anderen?
- Wat hebben hechting, energieproblemen en het autonome zenuwstelsel met elkaar te maken? Wat is er aan de hand als je niet goed kunt opladen in je eentje of niet goed kunt opladen met anderen? -
 Veel van mijn klanten melden zich bij mij met uitputtingsklachten. Sommigen van hen trekken zich voortdurend terug. En toch laden ze bijna niet op.
Anderen vinden het moeilijk om alleen te zijn en kunnen verstilling amper verdragen. Ze proberen op te laden bij anderen. Ze blijven bezig met de buitenwereld. Ze raken steeds meer uitgeput en kunnen toch de rust niet pakken.
Dit fenomeen heeft in belangrijke mate te maken met hoe het zenuwstelsel is gevormd in onze vroegste kindertijd. Met name door onze âhechtingâ.
De meeste mensen weten dat hoe hechting in je jongere jaren verloopt uitwerkt op je vermogen om als volwassene vol (zelf)vertrouwen in het leven te staan, je vermogen om verbinding aan te gaan met anderen, hulp te vragen en steun te ervaren.
Maar wist je dat hechting ook impact heeft op jouw mogelijkheden om op te laden! Hoe dat zit, daar ga ik in dit blog dieper op in.
Conflict in het zenuwstelsel
Je autonome zenuwstelsel scant voortdurend of je veilig bent of in gevaar. Het scant op gevaar c.q. veiligheid binnen in jouw eigen lichaam, het scant de omgeving en het scant âde anderâ. Bij het scannen van de ander komt hechting om de hoek kijken.
Als we onveilig zijn gehecht, is er sprake van een groot conflict in het zenuwstelsel. Enerzijds zijn we âwired for connectionâ. Het zenuwstelsel is bedraad om de verbinding op te zoeken met andere zoogdieren, met onze kudde. We hebben de steun, bescherming en co-regulatie nodig. Bijgevolg zoekt het zenuwstelsel voortdurend naar mogelijkheden om te verbinden met anderen.
Maar anderzijds, als onze hechtingsfiguren (onze belangrijkste verzorgers) in onze vroege jeugd een bron zijn geweest van onveiligheid, beschaming, onvoorspelbaarheid, of als zij er emotioneel niet waren voor ons, dan signaleert het zenuwstelsel in eerste instantie âgevaarâ in de ander. Bij het aangaan van de verbinding vertelt het zenuwstelsel je dat je moet uitkijken, dat het niet zomaar vanzelfsprekend goed zal gaan, misschien vertelt het je zelfs dat je je anders moet voordoen dan je bent om het contact maken tot een goed einde te brengen. Er wordt â in meer of mindere mate - een overleefrespons geactiveerd: vechten, vluchten, bevriezen of een combinatie daarvan.
In onze pogingen om met dit âconflictâ om te gaan (tussen enerzijds verbinding verlangen en het anderzijds als gevaarlijk ervaren) gaan we er vanuit dat er iets mis is met ons. Daaruit ontstaan verschillende onveilige hechtingsstijlen.
Moeilijk om terug te trekken en op te laden: de angstige / ambivalente hechting
Een van de onveilige hechtingsstijlen die er zijn, houdt in dat we er erg veel aan doen om de ander bij ons te houden / voor ons te winnen. We proberen perfect te zijn, steeds het goede antwoord te geven, uit te zoeken wat die ander verwacht en dat leveren, we raken vooral op âde anderâ gefocust en ervaren niet meer goed hoe het met onszelf gaat en wat de eigen behoeften zijn.
Deze stijl heet âangstig / ambivalentâ. Waarbij ambivalent staat voor de innerlijke tweestrijd die iemand voelt.
Deze stijl wordt aangedreven door een zenuwstelsel dat sympathisch geactiveerd is. Als er sprake is van een behoorlijk onveilige angstige hechting, kan het sympathische zenuwstelsel ons flink gijzelen. Als het sympathische zenuwstelsel de kapitein op het schip is, worden vooral onze exteroceptieve zintuigen geactiveerd en wordt onze fysiologie opgedreven. We zitten aan de âhyperâ kant van ons spectrum. Dit is uitputtend.
We verlangen er enorm naar om bij de ander(en) te blijven maar laden niet echt op in âonze kuddeâ omdat we voortdurend bezig zijn de verbinding in stand te houden. We ervaren geen veilige verbinding, geen onvoorwaardelijke verbinding, waarin we kunnen rusten en ontspannen. Nee: we zijn hard aan het werk!
Daarnaast vinden we het ook moeilijk om ons terug te trekken en in stilte en alleen op te laden. Want waar een zenuwstelsel met een angstige hechtingsstijl moeite mee heeft is âobject constantieâ. Als âde anderâ door de zintuigen niet meer wordt waargenomen, voelt het zich meteen eenzaam. Er is geen verinnerlijkt beeld van de kudde, die daar altijd is, ook al zien we âm niet. Dus ook als we alleen zijn, signaleert het zenuwstelsel van iemand met deze hechtingsstijl gevaar en kan het niet tot rust komen.
Het is heel moeilijk om de accu op te laden. Het zenuwstelsel blijft sympathisch geactiveerd.
De onveiligheid van teveel terugtrekken uit de kudde: vermijdende hechting
Een andere onveilige hechtingsstijl houdt in dat we verbinding gaan vermijden. In verbinding gaan voelt zĂł oncomfortabel dat we er liever vanaf zien. We zijn dan vooral gericht op onszelf, kunnen vaak goed zelf reguleren maar niet goed met anderen en we kunnen eigenlijk alleen in afzondering opladen.
Deze stijl heet âvermijdendâ.
Deze stijl wordt aangedreven door een zenuwstelsel dat in een zogeheten âdorsaleâ staat zit. Dit is een parasympatische staat. Het parasympatische zenuwstelsel staat erom bekend dat het ons helpt om uit te rusten en te herstellen. Toch is dat niet in elke parasympatische staat het geval. Als er sprake is van een behoorlijk onveilige vermijdende hechting kan ook het parasympatische zenuwstelsel ons flink gijzelen. Het parasympatische zenuwstelsel immobiliseert immers het lichaam. Het brengt alle activiteit naar beneden, zou je kunnen zeggen. En dat is nodig als we moeten rusten en opladen. Maar het kan de activiteit ook teveel verlagen. En dan spreken we van âhigh dorsalâ. We raken dan in een soort shutdown.
En dat is wat het zenuwstelsel doet als het verbinding wil vermijden. Het sluit ons af, het sluit ons heel erg af. Het sluit ook ons regeneratievermogen af. Er wordt geen energie verbruikt maar we laden ook maar zeer beperkt op. De accu is leeg en lijkt wel leeg te blijven. Dit heeft enerzijds te maken met de extreme vertraging die plaatsvindt in de lichaamsprocessen maar anderzijds ook met de waakzaamheid in het zenuwstelsel. Immers, zonder kudde ben je kwetsbaar. In de natuur is âhigh dorsalâ voor een zoogdier een staat van levensgevaar. Ieder geluidje en elke gedachte aan de buitenwereld zorgt voor alertheid. Alleen onder een steen ben je veilig en kun je rusten.
Shutdown is trouwens ook wat plaatsvindt bij een burn out en dan is niet perse (alleen) onveilige hechting de boosdoener. Sorry⊠het is ingewikkeldâŠ
En zie daar hoe onveilige hechting ons vermogen beperkt om te kunnen opladen.
Slapen in de kudde
Het autonome zenuwstelsel van een zoogdier heeft van oorsprong het vermogen om te kunnen opladen in de kudde. Het beeld dat dit allemaal samenvat is een paard dat ligt en slaapt te midden van zijn kuddegenoten die om hem heen waken. In deze kwetsbare positie voelt het paard zich veilig verbonden mét de kudde, beschermd door de kudde én tegelijkertijd is het volledig teruggetrokken in zichzelf, wat slapen met zich meebrengt. Het zenuwstelsel gaat dan naar een staat van low dorsal. De ideale staat voor rust en herstel waarin we totaal geimmobiliseerd zijn maar ons ook super veilig voelen.
Onveilige hechting verstoort dit vermogen. Het zenuwstelsel kan niet meer afschakelen in de kudde, noch daarbuiten of schakelt veel teveel af. De accu wordt totaal leeg gezogen en/of laadt niet meer op.
Het goede nieuws is dat er zoiets bestaat als volwassen veilige hechting. In het Engels heet dit zo mooi âEarned secure attachmentâ.
Coaching en therapie met het autonome zenuwstelsel als basis besteedt veel aandacht aan het ontwikkelen van patronen van connectie in het zenuwstelsel. Patronen en verbindingen die onvoldoende zijn aangelegd in de vroege jeugd. Bijvoorbeeld door het zenuwstelsel te laten ervaren hoe is het om veilige aanraking met consent te ontvangen, veiligheid te vinden in het luisteren naar de prosodie van een stem, en in aankijken en aangekeken worden. Maar ook door zelfervaring te ontwikkelen tijdens contact met een ander, en te ervaren dat de ander geĂŻnteresseerd is in wat jij ervaart en daar wat mee doet. En door te leren kijken met andere ogen naar de ander en daar letterlijk meer veiligheid te leren zien.
Met zorgvuldig ontworpen neuro sensorische oefeningen, waarbij ook de paarden een rol spelen, leg je de zenuwbanen en verbindingen in de hersenen aan die nodig zijn om te leren slapen in de kudde. Waardoor de accu kan opladen.
En het zal je nog veel meer opleveren dan dat. Maar daarover later meer.
Prachtig en begrijpelijk uitgelegd Eva!đ
Dankjewel Caroline!